Zo'n duizend doden, 2900 gewonden, enige honderden gijzelaars en krijgsgevangenen. Ieder die het overleefd heeft, is een mirakelverhaal van vindingrijkheid en moed. Ontelbare wonderen, ontelbare daden van heldhaftigheid en zelfopoffering van militairen en burgers, elk herinnerend aan de criminele nalatigheid van de hoofden van de inlichtingendiensten die zichzelf en ons jarenlang hebben doen geloven dat niemand in de regio sterker en ontwikkelder was dan wij, of beter geverseerd in krijgskunde.
Ik aanschouw de gezichten. Shock. Apathie. Het hart verzwaard door permanente pijn. Steeds weer zegt men tegen elkaar: een nachtmerrie, een onbevattelijke nachtmerrie. Waarvoor geen woorden zijn. Die woorden niet kunnen vatten. Een gevoel van diep verraad. Verraad van de burgers door hun regering. Verraad van alles waar wij waarde aan hechten als burgers, als burgers van dit specifieke land. Verraad van de bijzondere en verbindende betekenis ervan. Verraad van de kostbaarste belofte van al – het nationale thuis van het joodse volk – dat we aan onze leiders toevertrouwden om veilig te houden. Die ze met niets minder dan heilig ontzag hadden moeten behandelen. Maar wat zagen we? Wat zijn we gewend geraakt te zien, alsof dat nu eenmaal zo gaat en zal blijven gaan? We hebben het land verkwanseld zien worden omwille van kleine belangen, ten gunste van cynische, kleinzielige, verdwaasde politiek.
Wat er nu gebeurt illustreert de prijs die Israël betaalt voor het feit dat het zich jarenlang heeft laten verleiden door het corrupte leiderschap die het van het ene fiasco in het volgende stortte; dat de instituties voor recht en rechtvaardigheid in stukken scheurde, net als de defensieorganisatie en het onderwijs; dat bereid was om het voortbestaan van het land in gevaar te brengen om de premier uit de gevangenis te houden. Bedenk eens waar we jarenlang aan hebben meegewerkt. Bedenk eens hoeveel energie, gedachten en geld we hebben verspild aan kijken naar de familie Netanjahoe met al haar Ceausescu-achtige drama's. Aan alle groteske misleidingen die ze voor onze verbijsterde ogen opvoerden.
In de afgelopen negen maanden zijn, zoals bekend, miljoenen Israëli's week in week uit de straat op gegaan om te protesteren tegen de regering en de premier. Het was een belangrijke proces dat zijn weerga niet kent, waarmee Israël probeerde weer zichzelf te worden, terug te keren naar de grote en loffelijke idee die de basis van zijn bestaan vormt: een land scheppen dat een thuis is voor het joodse volk. En niet zomaar een thuis: miljoenen Israëli's wilden een liberaal, democratisch, vredelievend, pluralistisch land scheppen dat ieders geloofsovertuiging respecteert. Maar in plaats van te luisteren naar wat de protestbeweging voorstelt, besloot Netanyahu die te bezoedelen, weg te zetten als verraad, ertegen op te hitsen en de haat tussen de facties te verergeren.
Te pas en te onpas verkondigde hij hoe machtig Israël is, hoe standvastig, en vooral: hoe paraat, paraat om ieder gevaar tegemoet te treden. Vertel dat vandaag maar eens aan ouders die gek zijn van verdriet, of aan de baby langs de kant van de weg die weggesmeten is. Vertel dat maar aan de gegijzelden, aan degenen die als menselijke snoepjes uitgedeeld worden onder verschillende organisaties. Vertel dat maar aan de mensen die jou verkozen hebben. Vertel dat aan de tachtig bressen in 's werelds meest geavanceerde hek.
Maar we mogen niet de vergissing begaan en de zaken verwarren: ondanks alle woede over Netanyahu en zijn companen en zijn gedrag, zijn de verschrikkingen van de afgelopen dagen niet door Israël geïnitieerd. Hamas heeft die veroorzaakt. De bezetting is inderdaad een misdaad, maar honderden burgers, kinderen, ouders, ouderen en zieken overmeesteren en ze dan één voor één in koelen bloede neerschieten is een grotere misdaad. Er bestaan 'gradaties', ook in de hiërarchie van het kwaad. Het gezonde verstand en het natuurlijke instinct kunnen gradaties van ernst van kwaadaardigheid herkennen. En als je het slachtveld van het 'natuurfeest' ziet, als je de terroristen van Hamas op motoren achter de jongeren aan ziet jagen waarvan een deel nog steeds staat te dansen zonder te beseffen wat er aan de hand is; als je ziet hoe ze ze insluiten, prooi maken en vervolgens met juichkreten afmaken – weet ik niet of ze beesten moet noemen, maar het staat buiten kijf dat ze niet menselijk zijn.
We zijn dezer dagen en nachten net slaapwandelaars. Proberen om niet in de verleiding te komen naar filmpjes van de gruwel te kijken, naar de geluiden. We voelen voor het eerst in vijftig jaar – sinds de Jom Kipoer-oorlog – de sijpelende angst van hen die bij wie de vrees voor een mogelijke nederlaag zijn eerste sporen nalaat. Wie zullen we zijn als we uit het stof opstaan, ons leven weer oppakken en we lijfelijk de pijn voelen van die eenvoudige regel die Chaim Goeri schreef tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog: 'Hoe velen zijn er niet meer onder ons.' Wie zullen we zijn, wat voor mensen zullen we zijn na deze tijd, na wat we hebben gezien? Waar haal je de kracht vandaan om opnieuw te beginnen na de vernietiging en het verlies van zoveel dingen waarin we geloofden, waar we op vertrouwden?
Een hypothese: Israël zal na de oorlog veel rechtser, militanter en racistischer zijn. Door de oorlog zullen de stereotypen en vroegere uiterst radicale en haatdragende overtuigingen worden gelegitimeerd in het bewustzijn, stereotypen en overtuigingen die de contouren van de Israëlische identiteit dicteren – en nog meer zullen dicteren en verdiepen. De identiteit die vanaf nu ook het trauma van oktober '23, de aard van Israëls politiek en beleid zal behelzen. Evenals de polarisatie en de interne scheuring.
Is op zaterdag 7 oktober de minuscule kans op een echte dialoog, op welke soort verzoening dan ook met het bestaan van het andere volk, voorgoed verloren gegaan of voor jaren bevroren geraakt? En wat zeggen de mensen die momenteel met het absurde idee van een 'land met twee nationaliteiten' wapperen? Want deze twee volken, Israël en de Palestijnen, verwrongen door de eindeloze oorlog, zijn niet eens in staat zijn om elkaars neven te zijn – en dan is er iemand die gelooft dat ze het Siamese tweeling kan worden? Er zullen vele jaren voorbij moeten gaan, jaren zonder oorlog, voordat er zelfs maar nagedacht kan worden over verzoening en herstel. Ondertussen kunnen we ons alleen maar een voorstelling maken van hoe krachtig de angst en haat zijn die momenteel tevoorschijn komt door het oppervlak van de realiteit. Ik hoop, bid, dat er op de Westbank Palestijnen zijn, die ondanks hun haat voor de Israëlische bezetter, in woord of daad afstand nemen van wat hun volksgenoten hebben aangericht. Ik, als Israëli, heb niet het recht ze voor te schrijven wat ze moeten doen. Maar als mens, als medemens, heb ik dat recht – en de plicht – wel om van hen menselijk en moreel gedrag te eisen.
Twee weken geleden spraken de Amerikaanse president, de Israëlische premier en de Soedische leider enthousiast over een vredesakkoord tussen Israël en Soedi-Arabië. Dat akkoord moet ook de basis vormen voor normalisatieverdragen tussen Israël en Marokko en de Emiritaten. De Palestijnen kwamen nauwelijks voor in die verdragen. Naar eigen zeggen was het Netanjahoe – zelfvoldaan en overlopend van zelfvertrouwen – gelukt om het Palestijnse probleem los te koppelen van de betrekkingen tussen Israël en de Arabische landen.
Dat verdrag heeft ook te maken met wat er op 'Zwarte Zaterdag' plaatsvond tussen Gaza en Israël. De vrede die ermee gesticht wordt, is een vrede van rijken. Het is een poging om over de kern van het conflict heen te springen. De laatste dagen hebben bewezen dat de tragedie in het Midden-Oosten onmogelijk te genezen is zonder een oplossing die het lijden van de Palestijnen verlicht.
Zijn we in staat om de gebruikelijke formules af te schudden en te beseffen dat wat hier gebeurd is, te groot en verschrikkelijk is om met die versleten paradigma's te benaderen? Zelfs Israëls gedrag en de misdaden in de bezette gebieden gedurende zesenvijftig jaar kunnen niet rechtvaardigen of verzachten wat zich voor onze ogen heeft ontvouwd. Dan heb ik het over de diepte van de haat jegens Israël, over het pijnlijke besef dat wij, de Israëli's, hier altijd onder spanning en paraatheid voor een oorlog zullen leven. Steeds pogend om tegelijkertijd Athene en Sparta te zijn. Met een existentiële twijfel of we ooit een normaal, vrij leven kunnen leiden, ontdaan van bedreigingen en angst. Een stabiel en beschermd leven. Een leven dat een thuis vormt.
Door David Grossman
Vertaling door Sylvie Hoyinck
Over Uitgeverij Cossee
Uitgeverij Cossee is een zelfstandige en onafhankelijke uitgeverij gevestigd aan het mooiste plein van Amsterdam, het Amstelveld. De uitgeverij is opgericht in het najaar van 2001 en de eerste boeken zijn verschenen in het voorjaar van 2002.
Cossee geeft oorspronkelijk Nederlandse en vertaalde fictie en non-fictie uit. Met zorgvuldige selectie, nauwgezette redactie en aandachtige vormgeving wil uitgeverij Cossee boeken publiceren die onuitwisselbaar en onontkoombaar zijn. Van zulke boeken zijn er nooit genoeg.
Manuscript insturen
Uw manuscript is van harte welkom, mits getypt, voorzien van een synopsis, een korte biografie van de auteur en van een volledig adres. Gelieve geen manuscripten per e-mail sturen. Een retourenvelop met daarop uw adres en voldoende porto is noodzakelijk indien u uw manuscript geretourneerd wilt hebben. Vanwege het groot aantal inzendingen dient u rekening te houden met een wachttijd van een aantal maanden voor u bericht ontvangt. Over afgewezen manuscripten kan helaas niet worden gecorrespondeerd. Reeds (in eigen beheer) gepubliceerde boeken worden niet beoordeeld. De uitgeverij heeft geen bewaarplicht voor ingezonden manuscripten of boeken.
Adressering
Uitgeverij Cossee
O.v.v. 'Manuscript'
Kerkstraat 361
1017 HW Amsterdam