NIEUWS

NIEUWSBERICHT

I.M. Dragan Klaic (1950-2011)

Dragan Klaic (1950) is donderdag 25 augustus overleden. Klaic was hoogleraar en dramaturg in Belgrado en woonde sinds 1991 in Amsterdam. Hij was van 1992 tot 2001 directeur van het Theater Instituut Nederland en professor aan de Universiteit van Amsterdam. Hij deed cultureel onderzoek en gaf lezingen in diverse Europese landen. Zijn boeken over theater en drama zijn in Nederland, voormalig Joegoslavië, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië verschenen. In 2003 verscheen bij Uitgeverij Cossee zijn boek Thuis is waar je vrienden zijn.

Lees hieronder de tekst die uitgever Christoph Buchwald voor Dragan schreef in Beijing die door auteur en acteur Hans Croiset op de herinneringsbijeenkomst is voorgelezen.

Herinnering

Hij zit in Café Flore, rookt Gitanes zonder filter, voor zich een klein glaasje met een vijg die in vermoedelijk in wodka zwemt. Als Dragan binnenkomt, een beetje buiten adem, staat hij op, gaat naar hem toe, helpt hem uit zijn jas en slaat hem vriendelijk op zijn rug. Naast hem lijkt Dragan sierlijk.

'Danilo, oude Yugo', zegt Dragan, en je hoort zelfs in dit cafélawaai aan zijn zachte stem hoe blij hij is, om zijn maat uit lang vervlogen tijden weer te zien. 'Hoe is het daar.' En wij weten niet precies wat hij met dit 'daar' bedoelt, zijn duim wijst zowel achter zich als ook een beetje naar boven.

'Welkom', zegt Danilo, een wenkt de ober. 'Een wodka feigling, en voor deze heer graag een druivensap voor zijn medicijnen. Het hart, altijd het hart. Een te groot hart voor andermans zorgen, dat kan op deze aarde niet goed gaan.'

De ober toetst iets in op zijn bestelapparatuur en verdwijnt met opgetrokken wenkbrauwen.

'Twintig jaar al daar – de duim wijst wederom zowel achter zich als ook een beetje naar boven – , maar nog steeds dezelfde grappen uit Novi-Sad! Goed om te horen, dat er tenslotte niemand van ons verwacht dat wij iets anders voorstellen dan wij zijn, toch?'

'Je blijft als oude Titoïstische melancholicus toch altijd een opgewekte optimist!' Danilo harkt met zijn vingers door zijn enorme bos haar, en wij lezen dit gebaar zonder aarzelen als een teken van verbazing en grote waardering. 'Maar het is inderdaad zo, wij blijven diegenen, die wij altijd zijn geweest. Dus: melancholieke joodse jongens uit Servië, maar ook van de bloedgroep van de DNA optimisten, anders zouden wij ons werk niet kunnen doen. Of in ieder geval niet met volle risico en inzet kunnen doen. En ik denk dat deze eveneens melancholieke joodse jongen die daar net binnenkomt het met ons eens zou zijn.'

Dragan kijkt naar de ingang, en als hij de meneer herkent die nu op hun tafel afloopt, begint hij onmiddellijk te stralen. Voor hij uit zijn fauteuil opstaat, zegt hij tegen Danilo, 'maar hij hoort toch nog niet bij de club?'

Danilo schudt met zijn hoofd van nee. Dragan staat op en omhelst de binnenkomer, net zo'n fragiele heer als hij zelf. 'Afgezien van de aanwezigen de beste schrijver van Novi-Sad', zegt hij tegen hem, en dan: ' zeg, beste David, waar hebben wij elkaar het laatst gezien? Bij de pasta funghi van onze Nederlandse uitgevers, nu weet ik het weer, en ik weet ook nog precies dat zij precies wilden weten hoe, waar en wanneer de heren Kis, Albahari en Klaic elkaar hebben leren kennen. Het is een lange avond geworden.'

'Juist.' De lange reis lijkt David Albahari niet vermoeid te hebben. 'Kereltje, kereltje', zegt hij na een korte zucht tegen Dragan en geeft hem een liefdevolle Novi-Sad klap, ' wat hoorde ik van je lieve Julia: het hart, altijd het hart bij jou. Was er niets aan te doen?'

'Het was geen Heimweh', antwoordt Danilo Kis in plaats van Dragan en steekt nog een sigaret op, 'maar voor hem geldt hetzelfde als voor ons. Wij reizen en reizen, omdat wij denken dat wij iets kunnen bewegen. En omdat wij dat soms, soms, soms en hier en daar ook kunnen, is er nooit rust. Bij Dragan niet, bij David niet, en bij mij ook niet. Nooit. Rust. Niet alleen na het GBC (= Grote Balkan Catastrofe) reisde Dragan al als onvermoeibare, originele en inventieve trommelaar voor de uitwisseling van de Europese culturen en culturele projecten van Wenen naar Petersburg en van Berlijn naar Padova en van Zagreb naar Stockholm, en dan had hij ook nog de energie om een heel goed en aanschouwelijk boek te schrijven en in de opera naar de muziek van Puccini en Janacek en Andriessen te luisteren!

Doodvermoeiend, dit leven voor onze kleine harten, ook omdat resultaten in ons werk en een mogelijke effect ervan eigenlijk niet te meten is. Met mijn romans en essays is – of moet ik zeggen: was – het precies hetzelfde. Omdat wij allen denken dat wij iets bij te dragen hebben aan de condition humaine, en dat wij van te dichtbij gezien hebben hoe vrienden, bekenden, kroegmaatjes, echtgenoten en degenen die het goed bedoelen elkaar de hersenen insloegen, omdat ze van het verkeerde geloof, stam of familie kwamen.'

'Klopt het, wat deze Schlaumayer daar achter zijn vierde feigling bij elkaar analyseert?, vraagt David aan Dragan.

'Hij schrijft veel te goede boeken om hem tegen te spreken', glimlacht Dragan met een knipoog, 'maar eerlijk gezegd: ik weet het niet. Als David Albahari, auteur van meesterwerken als Mamac en Goetz & Meyer, ooit het loodje legt en daadwerkelijk lid wordt van onze niet confessionele joodse expat-Yugo-club, zullen zij over hem precies hetzelfde zeggen.'

'Klopt het, wat deze Schlaumayer daar achter zijn eerste glaasje druivensap bij elkaar verzint?, vraagt Danilo Kis de zachte David, die het net gelukt is om bij de wenkbrauwenober een hete chocola met Schlagobers te bestellen.

'Bedankt voor de complimenten', zegt David Albahari tegen zijn oude vrienden, maar ik vind het vandaag niet zo prikkelend om er hier in Cafe Flore met heerlijke feigling met druivensap en slagroom over mijn te verwachten Nachruf na te denken. En bovendien zou er in de Canadese Calgary Chronicle iets heel anders staan dan in de kranten uit Sarajevo, Parijs of Frankfurt. Zeker veel aardigheden, maar ook veel suikerzoete slagroom vrij van iedere kennis, en weinig voedzame inzichten over de daadwerkelijke verdiensten. But is there any good news?'

Danilo en Dragan unisono: 'Zeker weten' , en zij zeggen het met een hartverwarmend expat-accent.

David kijkt opgelucht en legt zijn hand achter zijn linker oor. 'Ich hoere?!'

'Nu, dat wij daar zijn', zegt Dragan en wijst met zijn duim a la Danilo zowel achter zich als ook een klein beetje naar boven, 'lukken sommige dingen op eens zonder moeite – '.
' – ik kan mijn geliefde feiglingen drinken, zonder dat het de lever aantast', bromt Danilo en bestelt bij de toevallig langshaastende wenkbrauwenober nog eentje.

' – je werk wordt op eens anders gewaardeerd, de achterdochtigen zijn iets voorzichtiger met wat ze bijvoorbeeld over de theaterinstituut directeur Klaic zeggen, en in Belgrado zijn na de 26ste augustus letterlijk van een dag op de andere bijna trots op me.' Hij lacht over het hele gezicht de typische Dragan-lach, de jongenslach van de optimist, die zojuist DE oplossing voor een voor anderen onoplosbaar probleem gevonden heeft. 'En ik moet niet meer reizen, niet keer om keer weer afscheid nemen van mijn geliefde vrouwen Julia en Nora, geen lange formulieren voor ambtenaren in Brussel invullen – '

' – lieve vriend, luister naar de oude Danilo' (hij harkt weer door zijn bos haar), 'dat zijn allemaal peanuts. Het leukste voor ons daar is, dat wij ook zonder onze fysieke aanwezigheid aanwezig zijn: in onze boeken, in ons werk, in onderzoek van scholieren en seminaristen, in duizenden gedachten en herinneringen. Ik betwijfel, eerlijk is eerlijk, of deze feiten de treurnis van de onze dierbaren verzacht, maar ik hoop het van harte. Ik geniet iedere dag ervan dat anderen het werk, mijn werk, ons werk waarderen, achten, herlezen, herinneren, bediscussiëren, becommentariëren, vervloeken, citeren, kopiëren (let op, Dragan, vaak zonder bronvermelding, maar dat is niet erg meer) en parafraseren. Jij hebt, naast al je werk als theaterman, schrijver en onderzoeker, nog iets, waarmee je onsterfelijk geworden bent: je hebt in de IKEA-tafel HET symbool gevonden voor diegene die in de tweede helft van de twintigste eeuw huis, moedertaal en vaderland moest verlaten wegens zijn komaf, zijn geloof of zijn ideeën van een waardig leven.

Iedereen begrijpt het, de Chinees net zo als de Pakistaan, de Rus of de Egyptenaar, het is grensoverschrijdend symbool. Dragan, proost en le chaim, dit soort symboolvinding lukt maar weinigen, en ik behoor niet bij deze gelukkigen!'
'Dus', zegt David Albahari zachtjes, 'je vindt dat ik nog hard aan het werk moet om met Dragan gelijk te trekken?'

'Kletsmajoor', zegt Dragan, weer met zijn jongenslach, 'jouw bijdrage is het verhaal van Goetz & Meyer, DE personificatie van het domme kwaad, de door een ideologie gecorrumpeerde moordenaar. Ook niet niets, en bovendien – ,

'Heren, wij sluiten!' De wenkbrauwenober zegt het met een toon die geen excuus accepteert. David neemt zijn jas en zijn pet van de kapstok, omhelst Danilo en Dragan en mompelt tegen zich zelf 'vooruit, aan het werk!'

Danilo en Dragan kijken hem na, en Dragan zegt, 'goede jongen, en wat een schrijver.'

'Waar ook', zegt Danilo. Maar dat jij nu hier bent, oude Yugo, vindt ik geweldig. Met de oude Ivo Andric is niet te praten, en nu moet ik niet meer alleen in het café zitten.

Voor ons is hier natuurlijk nooit sluitingstijd. [Ober, graag een feigling en een druivensap!] En je medicijnen, oude vriend, heb je hier niet meer nodig. Zelfs als politici daar beneden over ons werk als “linkse hobby” praten, doet dat geen pijn meer. Hier bij ons voel je heel duidelijk, dat in de kunsten andere wetten en regels van toepassing zijn. Le chaim, Dragan, en bedankt voor alles, wat jij gedaan hebt in en voor de kunst!'

Christoph Buchwald
Beijing, 1 september 2011