BOEKEN

BOEK

De kinderjaren van Jezus

De kinderjaren van Jezus

J.M. Coetzee

Ze zijn over de zee gekomen, de man en de jongen, en in het opvangcentrum hebben ze een nieuwe naam en persoonsgegevens gekregen. De autoriteiten luisteren hoffelijk en met kille barmhartigheid naar hen. Waarom hebben wij het zo moeilijk met mensen die niet netjes in ons schema van deze wereld passen? Met zijn nieuwe roman weet J.M. Coetzee ons weer continu te verrassen. Net als in zijn meesterwerk Wachten op de barbaren schept hij een universum dat ons volledig boeit, raakt en opslokt.

Maar hij kan niet altijd de vader van de jongen spelen, hij moet een moeder voor hem zoeken. Hoewel iedere immigrant in dit land elk spoor van herinnering is kwijtgeraakt, is Simon er heilig van overtuigd dat hij Davids moeder zal herkennen als hij haar tegenkomt. En inderdaad: tijdens een wandeling ziet hij die vrouw en weet haar te overtuigen dat zij de moederrol voor David op zich moet nemen. Ze heeft het al snel door: dit is een slimme, wat dromerige jongen met soms rare ideeën en gedachten over deze wereld, dit is een heel bijzonder kind. Haar kind, nu. Maar op school wantrouwen de autoriteiten de eigenzinnige jongen en willen ze hem naar een strenge kostschool sturen, om te leren en nog eens leren: tellen, schrijven en vooral geen verzonnen onzin vertellen.

Een botsing met de moeder is onvermijdelijk. Zij vraagt Simon hen naar de bergen in het noorden te brengen, de grens over. Een nieuwe vlucht begint.

Ook verkrijgbaar als ebook

   

Hoofdstuk 01

De man bij de poort wijst hen op een laag, vormeloos gebouw halverwege. ‘Als jullie haast maken,’ zegt hij, ‘kunnen jullie je melden voordat ze hun deuren voor de rest van de dag sluiten.’

Ze maken haast. ‘Centro de Reubicación Novilla’ staat er op het bord. Reubicación: wat betekent dat? Geen woord dat hij heeft geleerd.

Het kantoor is groot en leeg. Warm ook – nog warmer dan buiten. Aan de andere kant strekt een houten balie zich uit over de hele breedte van het vertrek, opgedeeld door matglazen ruiten. Tegen de muur een rij archiefladen van gelakt hout.
Boven een van de hokjes tussen glas hangt een bord: Recién Llegados, zwart gesjabloneerde woorden op een rechthoekig stuk karton. De baliebediende, een jonge vrouw, begroet hem met een glimlach.

‘Goedendag,’ zegt hij. ‘Wij zijn nieuwkomers.’ Hij spreekt de woorden langzaam uit, in het Spaans dat hij met moeite onder de knie heeft gekregen. ‘Ik ben op zoek naar werk, ook naar een plek om te wonen.’ Hij pakt de jongen onder zijn oksels en tilt hem op zodat ze hem goed kan zien. ‘Ik heb een kind bij me.’
Het meisje pakt de hand van de jongen. ‘Hallo, jongeman!’ zegt ze. ‘Is hij uw kleinzoon?’

‘Niet mijn kleinzoon, niet mijn zoon, maar ik ben verantwoordelijk voor hem.’
‘Een plek om te wonen.’ Ze werpt een blik op haar papieren. ‘We hebben een kamer vrij hier in het Centrum die u kunt gebruiken terwijl u naar iets beters zoekt. Luxe is het niet, maar dat vindt u misschien niet erg. Wat werk betreft, laten we daar morgenochtend naar kijken – u ziet er moe uit, u wilt vast wel uitrusten. Komt u van ver?’

‘We zijn de hele week onderweg geweest. We komen uit Belstar, uit het kamp. Bent u bekend met Belstar?’
‘Ja, ik ken Belstar goed. Ik ben zelf via Belstar gekomen. Heeft u daar uw Spaans geleerd?’

‘We hebben zes weken lang elke dag les gehad.’
‘Zes weken? Dan boft u. Ik was drie maanden in Belstar. Ik ging er bijna dood van verveling. Het enige wat me op de been hield waren de Spaanse lessen. Had u toevallig les van señora Piñera?’

‘Nee, wij hadden les van een man.’ Hij aarzelt. ‘Mag ik iets anders te berde brengen? Mijn jongen’ – hij werpt een blik op het kind – ‘voelt zich niet goed. Dat komt deels doordat hij van streek is, van streek en in de war, en niet goed gegeten heeft. Hij vond het eten in het kamp vreemd, niet lekker. Kunnen we ergens een fatsoenlijke maaltijd krijgen?’

‘Hoe oud is hij?’
‘Vijf. Dat is de leeftijd die hem is toegeschreven.’
‘En u zegt dat hij niet uw kleinzoon is.’
‘Niet mijn kleinzoon, niet mijn zoon. Wij zijn geen familie. Hier’ – hij haalt de twee toegangspassen uit zijn zak en reikt ze aan.
Ze bekijkt de passen. ‘Zijn deze in Belstar uitgegeven?’
‘Ja. Daar hebben ze ons onze namen gegeven, onze Spaanse namen.’
Ze buigt zich over de balie. ‘David – dat is een mooie naam,’ zegt ze. ‘Ben je blij met je naam, jongeman?’

De jongen kijkt haar strak aan maar geeft geen antwoord. Wat ziet ze? Een mager, bleek kind dat een tot de hals dichtgeknoopte wollen jas draagt, een grijze korte broek tot over zijn knieën, zwarte rijglaarzen over wollen sokken en een stoffen pet die scheef staat.

‘Vind je die kleren niet erg warm? Wil je je jas uittrekken?’
De jongen schudt zijn hoofd.
Hij komt tussenbeide. ‘Die kleren komen uit Belstar. Hij heeft ze zelf uitgekozen, uit wat ze te bieden hadden. Hij is er erg aan gehecht geraakt.’
‘Ik begrijp het. Ik vroeg het omdat hij een beetje warm gekleed lijkt voor een dag als vandaag. Ik zeg het toch maar even: we hebben hier in het Centrum een depot waar mensen kleren doneren waar hun kinderen uit zijn gegroeid. Doordeweeks is het elke ochtend open. Daar kunt u gerust iets uitzoeken. U heeft er meer keus dan in Belstar.’

‘Dank u.’
‘Ook kunt u, zodra u alle benodigde formulieren hebt ingevuld, geld krijgen op vertoon van uw pas. U heeft recht op een verblijfsvergoeding van vierhonderd reaal. De jongen ook. Vierhonderd ieder.’
‘Dank u.’

‘Dan laat ik u nu uw kamer zien.’ Ze buigt zich over en fluistert iets tegen de vrouw achter de aangrenzende balie, de balie met Trabajos erboven. De vrouw trekt een la open, rommelt erin, schudt haar hoofd.

‘Probleempje,’ zegt het meisje. ‘We hebben de sleutel van uw kamer blijkbaar niet. Die zal wel bij de opzichter van het gebouw liggen. De opzichter heet señora Weiss. Ga naar Gebouw C. Ik zal een kaartje voor u tekenen. Als u señora Weiss vindt, vraag haar dan u de sleutel van C-55 te geven. Zeg haar dat Ana van het hoofdkantoor u heeft gestuurd.’

‘Zou het niet makkelijker zijn ons een andere kamer te geven?’
‘C-55 is helaas de enige kamer die vrij is.’
‘En eten?’
‘Eten?’
‘Ja. Kunnen we ergens wat eten?’
‘Nogmaals, praat met señora Weiss. Die zal u wel kunnen helpen.’
‘Dank u. Eén laatste vraag: zijn er hier organisaties die gespecialiseerd zijn in het bij elkaar brengen van mensen?’

‘Het bij elkaar brengen van mensen?’
‘Ja. Er zijn vast veel mensen die familieleden zoeken. Zijn er organisaties die families bij elkaar helpen brengen – families, vrienden, geliefden?’
‘Nee, van zo’n organisatie heb ik nog nooit gehoord.’

Deels omdat hij moe en gedesoriënteerd is, deels omdat het kaartje dat het meisje voor hem heeft getekend niet duidelijk is, deels omdat er geen wegwijzers zijn, duurt het een hele tijd voordat hij Gebouw C en het kantoor van señora Weiss vindt. De deur is dicht. Hij klopt. Er komt geen reactie.

Hij houdt een voorbijganger aan, een piepklein vrouwtje met een puntig muizengezicht in het chocoladekleurige uniform van het Centrum. ‘Ik ben op zoek naar señora Weiss,’ zegt hij.
‘Die is er niet,’ zegt de jonge vrouw, en als hij het niet begrijpt: ‘Ze is er vandaag niet meer. Kom morgenochtend maar terug.’

‘Dan kunt u ons misschien helpen. We zijn op zoek naar de sleutel van kamer C-55.’
De jonge vrouw schudt haar hoofd. ‘Sorry, ik ga niet over de sleutels.’
Ze lopen terug naar het Centro de Reubicación. De deur zit op slot. Hij tikt op het glas. Binnen is geen teken van leven. Hij tikt opnieuw.
‘Ik heb dorst,’ jammert de jongen.
‘Nog even volhouden,’ zegt hij. ‘Ik zal een kraan zoeken.’

Het meisje, Ana, verschijnt om de zijkant van het gebouw. ‘Heeft u geklopt?’ vraagt ze. Weer is hij getroffen: door haar jeugdigheid, door de gezonde frisheid die ze uitstraalt.


Download het fragment als PDF

'Coetzee maakt op zeer overtuigende wijze duidelijk dat we niet alleen niet kunnen ophouden te verlangen naar verlossing, maar dat het ook een vergissing is dat verlangen te bestrijden. Meer is niet nodig om 'boek van het jaar'te mogen zijn.' - Arnon Grunberg

‘Ik ben intussen volledig in de ban van De kinderjaren van Jezus. Verrast, ontroert en leest ook nog eens als een trein.’ – Edward van de Vendel

‘Het is een voor Coetzee ongekend barmhartig boek geworden. Het is alsof zijn stem zich minder hoeft te bewijzen. Illusies hoeven niet meer afgenomen te worden, de hoofdpersonen hoeven niet meer te vluchten, dat hebben ze al gedaan. De kinderjaren van Jezus is Coetzees boek over warmte.’ – Daan Heerma van Voss

‘Het kind is hypergevoelig, houdt van goochelen/wonderen, wil mensen en dieren uit de dood opwekken; zijn leven is lijden. En de schepper Coetzee weeft eigenzinnig zijn eigen grote levensvragen door die oude geschiedenis.’ – Athenaeum.nl

De kinderjaren van Jezus telt zoveel filosofisch angehauchte gesprekken, verhalen met een hoog gelijkenis-gehalte, verhaalgegevens die symbolisch bedoeld lijken, kortom voer voor interpreten, dat we niet moeten vergeten dat J.M. Coetzees intelligente, cultuurkritische roman eerst en vooral een verhaal is.’ – Vrij Nederland ****1/2

De kinderjaren van Jezus zit stilistisch en narratief goed in elkaar, zoals we van Coetzee gewend zijn. Maar meer dan ooit roept hij met deze roman veel vragen op. Tegenover de vertedering die de kleine David bij je oproept, laat de migrantengeschiedenis je met een onbehaaglijk gevoel achter. En juist die combinatie van leeservaringen, is de kracht van Coetzee.’ – Metro ****

‘John Maxwell Coetzee is niet zomaar een auteur: hij is een schrijvende magiër die je betovert en laat doorlezen, tot hij ook zijn laatste woord tot je heeft laten doordringen.’ – de Volkskrant ****

‘Over de kinderjaren van Jezus wordt in de bijbel niet veel verteld, alleen over een gesprek dat hij heeft met de tempelgeleerden en waarin hij blijk geeft van een wijsheid op jonge leeftijd. Coetzee heeft dit omgewerkt tot een parabel, vol vragen over onze maatschappij en hoe die ingericht is. Dit heeft een mooie roman opgeleverd, die veel voer voor discussie oplevert.’ – Boekhandel Post Scriptum (8,5)

‘Coetzee plaats als het ware de westerse samenleving voor de rechtbank van de geschiedenis – en we worden schuldig bevonden. Zo bezien is De kinderjaren van Jezus een zeer empathisch boek.’ – NRC Handelsblad ****

De kinderjaren van Jezus is vintage Coetzee’ – De Standaard ****

De kinderjaren van Jezus is een buitengewoon prikkelende roman.’ – De Groene Amsterdammer

De kinderjaren van Jezus is een prachtig en vervreemdend boek waarin Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee een wat onwezenlijke wereld creeert, maar ons tegelijkertijd continu een spiegel voorhoudt. Coetzee roept meer vragen op dan hij beantwoordt, en legt meesterlijk de grote menselijke dilemma’s van deze tijd bloot.’ – Boek Magazine

'De kinderjaren van Jezus zet je aan het denken over die wezenlijke vragen.' - Tzum.info ****

'Coetzee werpt vragen op over ouderschap, seksualiteit, migratie, het spanningsveld tussen verleden en toekomst, en intussen dropt hij de ene Bijbelse verwijzing na de andere - vandaar ook de wat raadselachtige titel 'De kinderjaren van Jezus'. Maar hij heeft de wereld vooral een volle, mysterieuze, moeilijk te ontwarren vertelling cadeau gedaan - eten voor een half jaar.' - Humo.be ****1/2

'Het is een vervreemdend boek, het schuurt en dwingt tot de denkstand. Als je dat niet erg vindt en het adagium omarmt dat goede literatuur pijn mag doen, dan heb je een kanjer van een roman in handen.' - Boekhandel Roodbeen

Het toneelhuis speelt De kinderjaren van Jezus

Mokhallad Rasem vertelt een tijdloos verhaal over het achterlaten van je oude wereld – vol vertrouwde herinneringen en gewoontes – in een nieuwe omgeving. Een man en een vijfjarige jongen komen na een lange reis van ergens over de oceaan aan in een opvangcentrum waar ze verblijfspapieren en een nieuwe naam krijgen. Het verleden is een vage herinnering. Naar het boek van Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee.

Bron: Toneelhuis.be

Vertaler Peter Bergsma over de eerste zinnen

Ze zijn over de zee gekomen, de man en de jongen, en in het opvangcentrum hebben ze een nieuwe naam en persoonsgegevens gekregen. De autoriteiten luisteren hoffelijk en met kille barmhartigheid naar hen. Waarom hebben wij het zo moeilijk met mensen die niet netjes in ons schema van deze wereld passen? Met zijn nieuwe roman weet J.M. Coetzee ons weer continu te verrassen. Onlangs is de vertaling van Peter Bergsma verschenen. Athenaeum.nl vroeg hem de eerste zinnen toe te lichten.

Bron: Athenaeum.nl

Boek van het Jaar volgens Arnon Grunberg op de Correspondent.nl

Coetzee maakt op zeer overtuigende wijze duidelijk dat we niet alleen niet kunnen ophouden te verlangen naar verlossing, maar dat het ook een vergissing is dat verlangen te bestrijden. Meer is niet nodig om 'boek van het jaar'te mogen zijn. - Arnon Grunberg

Bron: DeCorrespondent.nl

Recensie door Fleur Speet op Elinea.nl (voor abonnees)

In ‘De kinderjaren van Jezus’ wist J.M. Coetzee het belaste christelijke verleden uit. ‘Omdat de geschiedenis alleen maar verzonnen verhaal is’, aldus een van zijn personages.

Bron: Elinea.nl

Bespreking in de New York Times

Plenty has been written about the essential qualities of J. M. Coetzee’s novels, their severity, restraint and erudition. Martin Amis put it most memorably, if not most accurately, when he remarked a few years ago that Mr. Coetzee’s “whole style is predicated on transmitting absolutely no pleasure.”

Bron: NYTimes.com

Bespreking in de New York Times door Joyce Carol Oates

Like J. M. Coetzee’s richly symbolic early novels “Waiting for the Barbarians” and “Life and Times of Michael K,” his starkly narrated new novel plunges us at once into a mysterious and dreamlike terrain. But where those books evoke Coetzee’s native South Africa and the madness of apartheid, immersing the reader in situations of nearly unbearable intensity, “The Childhood of Jesus” is set in a possibly posthumous limbo in which a haze of forgetfulness has enervated most of the characters, as in a paralyzing smog. We arrive by boat in a city called Novilla, in an unnamed but possibly southern European country, in the company of a man named Simón, who has taken under his protection a child named David — “Not my grandson, not my son, but I am responsible for him.”

Bron: NYTimes.com

Blogrecensie van De kinderjaren van Jezus

The Childhood of Jesus, een prachtig geschreven verhaal waar je niet altijd vat op krijgen kan. Het blijft dan ook een groot raadsel wat de titel betekent voor het verhaal. Al is dat niet van groot belang, het zijn voornamelijk de filosofische vragen die op de voorgrond staan en niet het verhaal.

Bron: MeneerJacques.wordpress.com

Blogrecensie van De kinderjaren van Jezus

De roman De kinderjaren van Jezus van J.M. Coetzee is een verhaal dat schittert in eenvoud en ingewikkeldheid. Het is eenvoudig geschreven en leest snel weg. Maar tussen de regels door is het een ingewikkeld boek.

Bron: Litnet.co.za

Bespreking door Boekhandel Roodbeen

Wow, wat heb ik van dit boek genoten. De kinderjaren van Jezus heeft mij een tijd liggen aanstaren, want Coetzee is een auteur die ik met respect benader en mijn volle aandacht wil geven.

Bron: Boekblad.nl

Starred review in Publisher's Weekly

As in the past, Coetzee’s (Disgrace) precise prose is at once rich and austere, lean and textured, deceptively straightforward and yet expansive, as he considers what is required, not just of the body, but by the heart.

Bron: PublishersWeekly.com

Discussietips voor leesclubs

Wilt u De kinderjaren van Jezus bespreken in uw leeskring? Onderstaande discussietips helpen u op weg.

Bron: DeBoekensalon.nl

Boekentip van Java Bookshop

Nederland had de primeur en de Engelstalige editie volgde kort op het verschijnen van de Nederlandstalige uitgave. Met De kinderjaren van Jezus is het Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee wederom gelukt om een prachtig boek af te leveren.

Bron: Oost-Online.nl

Bespreking op Liberales.be

Een ding is duidelijk: Coetzee heeft alweer een literaire parel afgeleverd. Of de stijlkenmerk het boek ten goede komt is een niet te beslechten dilemma. Dat het boek daardoor zeer leesbaar wordt is zeker een pluspunt. Een volgende lezing zal zeker en vast nieuwe vondsten opleveren. En dat is nu net de kunst van Literatuur.

Bron: Liberales.be

Bespreking door Boekhandel Roelants

Naast het zoeken naar een antwoord blijven er talloze prikkelende vragen waar een geïnteresseerde leesclub meer dan een avond genoeg aan heeft en genoegen aan zal beleven! Ik móet het even kwijt: Uitgeverij Cossee heeft dit boek prachtig uitgegeven, gebonden en voor een zacht prijsje!

Bron: Roelants.nl

Recensie op Humo.be

Aan het eind van 'De kinderjaren van Jezus' (Cossee), de nieuwe J.M. Coetzee, gloort er iets van hoop. Niet dat Coetzee naar een kleuterig happy end heeft toegewerkt, maar je kan daar, op de allerlaatste pagina, iets van samenhorigheid tussen zijn hoofdpersonages detecteren - een vluchtige vrede met hoe tijd en leven vlieden.

Bron: Humo.be

Recensie in Reformatorisch Dagblad

”De kinderjaren van Jezus” lijkt op grond van de titel een roman over de jeugd van Jezus te zijn. Dat is echter niet het geval.

Bron: Refdag.nl

Bespreking op de Contrabas

De kinderjaren van Jezus leest makkelijker weg dan het begrepen wordt. Coetzee stapelt laag op laag, vraag op vraag. Hij vindt mooie beelden en treffende vergelijkingen. Alleen… die titel… Die titel staat een definitief oordeel in de weg. Maar wat is er tegen op boeken die zichzelf niet meteen volledig prijsgeven.

Bron: deContrabas.com

Interview met Ludo Teeuwen over de roman

Bron: Kanaalz.Knack.be

Bespreking in de Boekenkrant

De kinderjaren van Jezus toont een maatschappelijk betrokken Coetzee. Hij neemt het op voor de ontheemden, de vluchtelingen. Hoe goed we ons best ook doen, we zullen altijd moeite blijven hebben met de mensen die buiten de mentale paden wandelen.

Bron: Boekenkrant.com

Bespreking op Tzum.info

De kinderjaren van Jezus zet je aan het denken over die wezenlijke vragen.

Bron: Tzum.info

Bespreking op Athenaeum.nl

Het kind is hypergevoelig, houdt van goochelen/wonderen, wil mensen en dieren uit de dood opwekken; zijn leven is lijden. En de schepper Coetzee weeft eigenzinnig zijn eigen grote levensvragen door die oude geschiedenis.

Bron: Athenaeum.nl

Ongevraagde recensie van Coetzeekenner Daan Heerma van Voss

Het is een voor Coetzee ongekend barmhartig boek geworden. Het is alsof zijn stem zich minder hoeft te bewijzen. Illusies hoeven niet meer afgenomen te worden, de hoofdpersonen hoeven niet meer te vluchten, dat hebben ze al gedaan. De kinderjaren van Jezus is Coetzees boek over warmte.

Bron: DaanHeermavanVoss.nl

Recensie op Volkskrant.nl

John Maxwell Coetzee is niet zomaar een auteur: hij is een schrijvende magiër die je betovert en laat doorlezen, tot hij ook zijn laatste woord tot je heeft laten doordringen.

Bron: Volkskrant.nl

Bespreking in NRC Handelsblad

Zijn mensen zonder geschiedenis welwillender dan mensen die een verleden met zich meetorsen? Als dat zo is dan moet het eenvoudig zijn een ideale samenleving te bouwen. Stel een land open voor mensen die bereid zijn door het leven te gaan als onbeschreven blad, en je kunt als nieuwe staat dat blad naar eigen inzicht volschrijven. Wat er onder die omstandigheden gebeurt onderzoekt Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee in zijn vandaag verschenen roman De kinderjaren van Jezus.

Bron: NRCLux.nl

Recensie in De Standaard

De kinderjaren van Jezus is vintage Coetzee.

Bron: Standaard.be

Bespreking door Boekhandel Post Scriptum

Over de kinderjaren van Jezus wordt in de bijbel niet veel verteld, alleen over een gesprek dat hij heeft met de tempelgeleerden en waarin hij blijk geeft van een wijsheid op jonge leeftijd. Coetzee heeft dit omgewerkt tot een parabel, vol vragen over onze maatschappij en hoe die ingericht is. Dit heeft een mooie roman opgeleverd, die veel voer voor discussie oplevert.

Bron: PostScriptum.nl

Recensie in Vrij Nederland

De kinderjaren van Jezus telt zoveel filosofisch angehauchte gesprekken, verhalen met een hoog gelijkenis-gehalte, verhaalgegevens die symbolisch bedoeld lijken, kortom voer voor interpreten, dat we niet moeten vergeten dat J.M. Coetzees nieuwe roman eerst en vooral een verhaal is.

Bron: VN.nl

Bespreking in Metro

De Kinderjaren van Jezus zit stilistisch en narratief goed in elkaar, zoals we van Coetzee gewend zijn. Maar meer dan ooit roept hij met deze roman veel vragen op. Tegenover de vertedering die de kleine David bij je oproept, laat de migrantengeschiedenis je met een onbehaaglijk gevoel achter. En juist die combinatie van leeservaringen, is de kracht van Coetzee.

Bron: Metronieuws.nl

Lezing J.M. Coetzee

Tijdens een lezing leest J.M. Coetzee uit de recent verschenen briefwisseling met Paul Auster en uit de roman De kinderjaren van Jezus dat februari 2013 zal verschijnen.

Bron: Vimeo.com